De vis-afslag van Mauritanië

12 december 2018 - Nouadhibou, Mauritanië


Mauritanië!
Altijd leuk, zo'n land waarvan je je vooraf een voorstelling moet proberen te maken. En waarvan die voorstelling na één dag al volledig op de schroothoop kan! Extreem conservatief? Totaal drooggelegd? Alleen mannen met tulbanden op straat en al helemaal geen vrouwen? Het zal wel. In ieder geval niet in Nouadhibou! Maar misschien is Nouadhibou wel atypisch voor dit land. De tijd zal het leren.

We waren dus aan de grens. Beetje de standaard perikelen die daarbij horen: een keer of zes je paspoort laten zien. Ze willen ook een fiche, met daarop je paspoortgegevens. Mooi, daar waren we al op voorbereid: thuis fiches gemaakt en 30x uitgeprint. Dus je levert je fiche in, en krijgt vervolgens een leeg fiche terug waarop je je paspoortgegevens mag invullen. Dat soort dingen dus.

En dan mag je Niemandsland in. Langs een bewegingloze rij vrachtwagens die Marokko probeert in te komen. De chauffeurs zijn thee aan het zetten of gewoon ergens anders: dat gaat voorlopig toch niet rijden. Wat ook niet gaat rijden zijn de tientallen (honderden?) autowrakken langs de weg. Auto's die het niet gehaald hebben, bewust of onbewust. En dan houdt de weg op. Het laatste stuk tot de Mauritaanse grenspost zou ik niet eens een piste willen noemen. Zand en stenen, zoek het verder maar uit. Gelukkig zijn wij wel wat offroad gewend. Het vrachtverkeer moet hier echter ook doorheen ploeteren.

Aan de Mauritaanse kant gaat alles eigenlijk verrassend soepel. Een half uurtje wachten omdat het kantoor dicht is, daarna loopt het wel. Paspoort inleveren, vingerafdruk scannen, fotootje maken, 55 euro lappen, stempeltje en klaar. We zijn in Mauritanië! Meteen na de grens moet ik meteen mijn definitie van "'Sahara' bijstellen: alles tot nu toe was toch een beetje surrogaat. Hier is het écht droog en kaal! Fascinerend landschap. Stukje beuken tegen de wind in, spoorlijn (daarover later meer) oversteken, rechtsaf en met de handjes op het stuur, voor de wind verder.

En toen reden we Nouadhibou binnen. Het eerste gebouw is het "gare des voyageurs". Intéressant: toch even kijken, we willen tenslotte met de trein hiervandaan naar het oosten. Er zitten wat mensen met veel koffers en tassen. Uit wat vage gesprekjes in gebrekkig Frans maak ik op dat er aan het eind van elke dag een trein vertrekt. Mooi! Eerst de stad in en dan maar plannen maken.

Tsja, een grote stad in Mauritanië, hoe zal dat zijn? Op het eerste gezicht een beetje wat ik verwacht. Het stratenpatroon is rechthoekig. We komen over de hoofdweg binnen, en langzaam wordt het drukker. In het midden (echt "centrum" zou ik het niet noemen) zijn wat hotels. We nemen er gauw een. Douchen en zoeken naar een bank: we hebben ouguiya (nieuwe, die hebben een nul minder dan de ouwe) nodig! Valt niet mee: de ene ATM spuugt na lang denken je pinpasje uit, de volgende doet dat zonder lang na te denken. Mijn creditcard lusten ze ook al niet. De derde is sowieso out of order. Dunnetjes. Na wat verder zoeken vinden we er geen meer. Bij een koffietentje krijgen we hulp van een man die goed Engels spreekt. Hij komt uit Tunesië en is hier voor zaken: de visserij. Hij rijdt ons wel even naar een ander deel van de stad waar meer banken zijn. En gelukkig zijn er meer: na nog 5 mislukkingen is de allerlaatste eindelijk raak: de "good old" Société Générale (in Madagascar was dat ook de enige bank die het deed). Meteen maar allebei 3x de volle mep gepind! Het feest kan beginnen. We doen lekker even een dagje Nouadhibou.

In een dag leer je zo'n stad een klein beetje kennen. In het oostelijke deel, waar ons hotel ligt, zie je opvallend veel weldoorvoede mannen in westerse kleren. Het blijken stuk voor stuk buitenlanders te zijn: Tunesiërs, Syriërs, Spanjaarden, Nigerianen, van alles. Ze zijn hier voor zaken: visserij of ijzererts. 
Hier heb je ook veel chiquere koffietentjes en restaurants, waar je overigens héél goed kan eten. En je kan er ook nog Amstel bier krijgen, in een Tripel-glas. Niet goedkoop overigens: ongeveer wat je in een Noorse berghut betaalt. Maar ach, voor een keer ...

In het westen wonen de locals: de sfeer daar zou ik omschrijven als "typisch Afrikaans": levendig, chaotisch, veel herrie. Overal mensen, de was hangt op straat, geiten in de steegjes, kleine winkeltjes en vage restaurantjes. De mannen lopen er hier traditioneler bij, in gewaden met een tulband. Maar ook hier zie je best veel vrouwen op straat. En niet per se heel preuts gekleed. Naast de gewone stad heb je nog de "haven-stad": deze is kleiner en ligt (nog) los van de rest, maar dat gat zijn ze snel aan het volbouwen. Beetje het Almere-foefje.

Toeristen hebben hier weinig te zoeken: Nouadhibou is niet toeristischer dan pakweg Charleroi. Sowieso is de ligging extreem onhandig: Nouadhibou ligt op een schiereiland en om er te komen moet je dat schiereiland 50 km afrijden. En om er weer van weg te komen moet je diezelfde 50 km weer terug. Doet niemand dus, logisch. 
Bovendien heeft Nouadhibou geen highlights. Hoewel, als je er wat oog voor hebt, toch wel. 
Één highlight is het schepenkerkhof, dat het zelfs tot de Lonely Planet van West-Afrika heeft geschopt. Aan de zuidkant van de haven ligt een aantal half vergane schepen voor anker. Bizar, en zeker boeiend om te zien.

Voor wie van écht veel reuring houdt is er de haven. We zijn er 2 keer geweest. Vanochtend was het relatief rustig en konden we kijken hoe de vissen van de bootjes op de kade worden geslingerd, hoe ze met ijs in ouwe, doorgezakte autootjes worden geladen en weggereden, en hoe ze op niet al te subtiele maar wel zeer effectieve wijze in moten worden gehakt. Gisterenavond was het echter een compleet gekkenhuis: dan wordt de vis met honderden bootjes tegelijk binnengehaald.

En dan is er nog De Trein. De reiziger die echt wat van Mauritanië wil zien ontkomt eigenlijk niet aan De Trein. Of je er nou mee reist of niet, je moet 'm in ieder geval gezien hebben. En in Nouadhibou gaat geen dag voorbij zonder dat je 'm ziet. Met dit gevaarte wordt ijzererts vanuit de onherbergzame binnenlanden van Mauritanië naar de haven van Nouadhibou vervoerd. De Trein is tot 3 kilometer lang, en wordt doorgaans aangedreven door 3 locomotieven. Dit gevaarte zien opstarten is een belevenis op zich. En dat gaat verrassend snel! Naast pakweg 100 à 150 wagons voor ijzererts heb je soms nog een paar wagons voor b.v. auto's, en één wagon voor passagiers. Dat is de eerste klas. Tweede klas schijnt er ook te zijn, de derde klas betekent plaatsnemen in een ijzererts-wagon.

En op De Trein zitten we nu te wachten! We wisten dus al waar het station was, en meer info dan dat er "aan het eind van de dag" een Trein gaat hadden we niet. Zojuist dus maar op de bonnefooi naar het station gefietst. We hebben intussen kaartjes voor de "fauteuil", en De Trein zou om 19:00 ongeveer moeten gaan, en om 7 uur morgenochtend in Choum zijn, waar we d'r uit willen om naar Atar te fietsen. Langzaam wordt het drukker nu (kwart voor 4). Tsja, het lijkt dus allemaal te kunnen. Of dat echt zo is ... wordt vervolgd!

Foto’s

11 Reacties

  1. Geert-Jan:
    12 december 2018
    Wat leuk om dit weer te lezen!!
  2. Anja:
    12 december 2018
    Wat leuk! En dat Amstelbiertje had ik inderdaad niet verwacht in Mauritanië!
  3. Mark:
    12 december 2018
    Ik lees weer met veel plezier met jullie mee. Leuke foto’s ook.
  4. Astrid:
    12 december 2018
    Succes! Leuk verhaal weer.
  5. Ad Snelderwaard:
    13 december 2018
    Wat een cliffhanger! Zou die trein nog komen? Ik kan haast niet wachten op de volgende aflevering...
  6. Renate:
    13 december 2018
    En als je er nog bent: wat heeft de naam Nouadhibou met de uil te maken? (F: hibou) Dat zou ik dan graag nog willen weten... En Nouad dan nog? En heeft de hoofdstad Nouakchott er ook mee te maken? Daar op het vliegveld heb ik in 1981 mijn eerste kakkerlak gezien. (Daarna nog zooooo veel....)
    Graag méér!
  7. Paul:
    13 december 2018
    Topverhalen. Vooral doorgaan.
  8. Willem Hoffmans:
    14 december 2018
    Ik hoop dat die kakkerlak uit 1981 intussen dood is, Renate!
  9. Henri:
    15 december 2018
    Op dit moment is er ook een documentaire op zondagavond van de VPRO over de Sahara. Daar kwam ook De Trein voorbij. Je verhaal sluit daar naadloos op aan, prachtig.
  10. Dries van Dijk:
    16 december 2018
    Mooi geografische verhaal, Willem! Stad als een dikke zuiglolly op een schierstokje. Past zeker in de VPRO-serie! Sluit me aan bij de vragen van Renate, alleen mijn eerste kakkerlak trof ik in de kazerne bij vliegveld Zanderij, Suriname, 1969, met de ochtend erna een opgerolde slang in mijn hoge schoen. Wat raar, ik kom er niet in.......
  11. Willem Hoffmans:
    17 december 2018
    Aha, we gaan opbieden wie de eerste kakkerlak heeft gezien! Renate, misschien 1968? Wie biedt???